Een (informeel) telefoongesprek:
Een afspraak maken door de telefoon
de telefoon opnemen/ophangen (coger/colgar el teléfono)
in gesprek zijn (estar comunicando)
- contact opnemen + zich voorstellen (establecer contacto + presentarse)
- iemand groeten (saludar a alguien)
- iemand een voorstel doen (hacer una propuesta a alguien)
- afspreken (quedar)
- afscheid nemen (despedirse)
Fernando - [trriiiiing…] Goedemiddag, met Fernando.
Arthur - Dag Fernando, met Arthur. Hoe gaat het?
F Goed, dank je, en met jou?
A Ook goed, dank je.
a) A Kijk, heb je zin om vanavond naar een concert te gaan?
F (positief): Ja, daar heb ik ook zin in! Ik heb ook zin om naar een concert te gaan!
F (negatief): Eigenlijk niet. Ik ben vanavond een beetje moe. Ik heb er niet zo veel zin in.
b) A Kijk, ik heb zin om vanavond naar de film/een café te gaan, kom je mee?
F (positief): Natuurlijk: ik kom graag mee.
F (negatief): Sorry, Arthur, maar ik kan vanavond niet. Ik heb al een afspraak met mijn zus om haar te helpen met verhuizen.
c) A Kijk, er is een interessante tentoonstelling in de stad. Houd je van moderne kunst?
F (positief): Ja, ik vind moderne kunst prima, en ik heb de avond vrij (ik hoef vanavond niet te studeren). Waar/hoe laat spreken we af?
F (negatief): Ja, daar houd ik heel veel van, maar vanavond heb ik geen tijd. Ik moet hard studeren voor een examen.
A a) Ik kan je om 7 uur ophalen, is dat goed?
A b) [Zullen we] om 7 uur in café Bos/ op de faculteit [afspreken]?
F Prima. Tot vanavond dan. Dag Arthur!
A Dag Fernando!
Oefening: iemand uitnodigen om…
1.- (zaterdag) bij jou te komen eten
2.- (zondag) bij jou een kopje thee te drinken
3.- (morgen) te gaan dansen
4.- (morgenmiddag) te gaan winkelen
5.- (morgenavond) naar de bioscoop te gaan
6.- (in het weekend) naar een popconcert te gaan
7.- (vanmiddag) in het park te gaan wandelen
8.- (vanavond) naar een (verjaardags)feest te gaan
9.- (zondag) een feest te organiseren
10.- (dinsdag) te gaan zwemmen [in een (overdekt) zembad]
11.- (zaterdag) naar het strand te gaan
12.- (zondag) te gaan skiën…
Een (formeel) telefoongesprek
NA Nederlandse Ambassade, goedemorgen. U spreekt met Jan Janssen.
F Goedemorgen. (U spreekt) Met Fernando García (van de Universiteit van Granada).
Ik zou graag met de heer …/ mevrouw … willen spreken.
NA Wacht u even (/Even wachten/ Ogenblikje). Ik verbind u met de afdeling ‘Cultuur’
F Dank u wel! ...
Een (formeel) telefoonafspraak om iets op te halen
Tineke Mertens Dag, met Tineke Mertens
Lucía Gómez Dag, met Lucía Gómez
Mag ik met Rita de Smet spreken?
TM Ja. (Een) ogenblik (alstublieft) = Wacht u even = Even wachten.
-------------
Rita de Smet Hallo, met Rita de Smet…
Lucía Gómez Hallo, met Lucía Gómez, (uit Granada, Spanje).
Ik bel voor de zomercursus Nederlands.
RdS Dag Lucía. Bent u al in Antwerpen?
LG Ja. Ik ben vanmiddag aangekomen.
Ik wil graag afspreken voor de sleutels (van mijn kamer).
Hoe laat kunnen we afspreken?
En wáár (kunnen we afspreken)?
RdS Kunt u morgen om 10 uur even langs het Secretariaat komen?
LG Waar zegt u?
RdS Op het Secretariaat (van de Faculteit der Letteren).
LG Waar ligt dat precies?
RdS Dat ligt in het centrum. Naast de Grote Markt.
LG Hoe laat zegt u?
RdS Om 10 uur.
LG Oké. Dan morgen om 10 uur, op het Secretariaat
Dank u wel, en tot morgen!
RdS Graag gedaan. Tot morgen!
(Informele) telefoongresprekken
Een (informeel) afspraak om naar de bioscoop te gaan
Fernando [trrriiiing] Hallo, met Fernando (García)
Mario Dag/Hallo Fernando, met Mario (Jiménez)
Is Cristina er/thuis? (Mag ik (even) met Cristina praten?)
F Ja, ze is er/thuis. (/ Natuurlijk).
Ik ga ze even roepen: Cristina! Mario belt! (Telefoon voor je!)
Dáág Mario…
M Dáág Fernando...
------
Cristina Hallo Mario…
Mario Dag/Hallo Cristina.
Kijk, heb je zin om vanavond naar de bioscoop te gaan?
C Ja, leuk.
Ik moet studeren tot 8 uur, maar dan heb ik vrij.
Hoe laat zullen we afspreken?
M Vind je het goed om kwart over acht bij de ‘Multicentro’ bioscopen?
C Prima. Ik woon heel dichtbij (dus ik heb genoeg tijd).
Heb je al een film gekozen?
Wat zou je graag willen zien
M Ik heb gedacht aan Julieta, de laatste film van Almodóvar.
Heb je hem al gezien?
C Nee, nog niet. Daar heb ik veel zin in.
M Heel goed. Dan (spreken we af) om kwart over acht, oké?
C Ja, om kwart over acht bij de bioscoop.
Tot straks (dan). Dáág!
M Doe!
Drie (informele) telefoongesprekken
Rocío Met Rocío.
Jorge Met wie, zegt u?
R Met Rocío.
J Há, dag Rocío, met Jorge.
Wat doe je? (Wat zit je te doen/ Wat ben je aan het doen?)
R Ik kijk naar het nieuws (Ik zit naar het nieuws te kijken/ Ik ben naar het nieuws aan het kijken).
J Wil je naar de bioscoop meekomen? (/Kom je mee naar de bioscoop?)
R Ja, graag. Ik ben een beetje moe van het studeren. Hoe laat spreken we af?
J Om 9 uur?
R Prima, geen probleem. Om 9 uur bij mij (thuis), oké?
J Oké, tot straks!
R Daaag!
------------
José Manuel Met José Manuel.
Nicolai Dag José Manuel. Met Nicolai.
Is je zus thuis?
JM Ja, wacht even. Pili: telefoon voor je!
Pilar Met Pili García.
N Dag Pili, met Nicolai.
Vanavond geef ik een feestje. Wil je meekomen?
P Ja, (heel) graag. Mag ik ook mijn broer uitnodigen?
N Natuurlijk, geen probleem.
P Moment. Ik zal hem even vragen.
José Manuel: ik ga met Nicolai naar een feestje. Kom je mee?
JM Nee, het spijt me. Ik moet vanavond studeren. Ik heb het heel druk.
P Oké, Nicolai. Mijn broer kan niet meekomen.
Tot vanavond dan.
N Tot ziens.
------------
Tomás [triiing] Goedemiddag, met Tomás
Pilar Dag Tomás, met Pilar. Hoe gaat het met jou?
T Het gaat goed, dank je, en met jou?
P Ook goed, dank je. Ik bel je want ik ga vanavond naar een borrel.
We kunnen samen gaan. Vind je het leuk?
T Jazeker! (Natuurlijk!) Ik wil graag met jou gaan.
P Oké. Zal ik jou om zeven uur ophalen?
T Zeven uur is goed. Tot straks dan.
P Tot dan!