Mijn jaar als Erasmusstudent in Granada
[Mathilde van Doorne - VL]
Mijn jaar als Erasmusstudent in Granada
In mei kreeg ik de bevestiging dat ik naar Granada mocht vertrekken. Ik keek heel erg naar mijn vertrek uit! Midden september was het dan eindelijk zover, met drie grote koffers stapte ik het vliegtuig op. Het eerste wat me opviel toen ik uit de luchthaven kwam was de hitte. Het was net alsof je een oven binnenstapte. Een Spaanse vriendin die ik had leren kennen in Gent, wachtte mij op in het busstation. Daarna gingen we naar de jeugdherberg en kon ik beginnen met de zoektocht naar een kot[VL]/flat. Gelukkig vond ik heel snel een kot dat om de hoek van de universiteit lag. Noch dichter bij de faculteit kon bijna niet. Dat werd dus mijn thuis voor de komende tien maanden. Meteen de eerste avond na aankomst probeerden we de tapas. Ze vielen in de smaak! Maar het jaar bestond niet enkel uit eten en drinken, er moest ook nog naar de les gegaan worden en we moesten ook veel taken maken.
Op kot leefde ik met twee Spaanse meisjes en een Italiaanse. We konden het goed met elkaar vinden, hoewel er ook soms kleine discussies over het poetsen van het huis waren. Wonen in een nieuwe stad betekent ook dat ik op zoek moest naar nieuwe vrienden. Gelukkig ging dat heel snel. Spanjaarden nodigen je heel snel uit om eens samen iets te doen. De eerste keer dat ik helemaal alleen was met een groep Spaanse jongeren, schrok ik wel een beetje. Ik dacht dat ik goed Spaans kon, maar op dat moment twijfelde ik toch even. Natuurlijk leerde ik ook veel andere Erasmusstudenten kennen. Nu heb ik vrienden uit heel Europa! Bovendien kreeg ik de kans om assistent Nederlands te worden. Dat vond ik heel aangenaam om te doen. Ik mocht de studenten helpen met dialogen en zo merkte ik dat Nederlands leren helemaal niet zo eenvoudig is, maar wel zeer leuk! Erg vanzelfsprekende klanken zijn voor de Spanjaarden soms heel moeilijk. Zoals de lange “uu” in ‘vuur’ en ‘buur’. En ook de inversie in onze zinnen zijn blijkbaar redelijk ingewikkeld. “Gisteren ging ik zwemmen” versus “Ik ging gisteren zwemmen.
Ik was nog maar goed en wel gewend aan mijn nieuwe thuis en ik kreeg al bezoek van mijn familie. Samen bezochten we de hoogtepunten van Granada en genoten we van het lekkere eten. Mijn ouders waren blij dat ze konden zien hoe en waar ik woonde. Toen ging ik voor de eerste keer het Alhambra binnen. Heel mooi dit Moorse paleis en helemaal anders dan de kastelen in België. Ze bleven een weekje in Granada. Daarna namen we afscheid en was ik terug alleen, maar dat vond ik zeker niet erg! Ik vloog nog naar huis in de kerstvakantie en de paasvakantie.
Deel van het leven van een Erasmusstudent zijn de verschillende uitstapjes die we maakten. Zo gingen we naar Cordoba, Sevilla, Madrid, Malaga, Gibraltar, Cabo de Gata en de warmwaterbronnen van Santa Fe. De steden in Andalusië hebben zeker een bepaalde charme en het verschil tussen Madrid en het zuiden van Spanje was zelfs voor een buitenlandse gemakkelijk te herkennen. En zodra het te warm werd in Granada, waren er stranden dichtbij om verfrissing te zoeken. De uitstapjes waren leuk, maar de weekends in Granada waren zeker even gezellig. De Spanjaarden leerden mij dat je een discotheek niet voor drie uur ’s nachts mag binnengaan en dat je na het feesten nog churros moet gaan eten. Je had de typische Erasmusbars waar alle Erasmusstudenten verzamelden, maar die probeerde ik toch te vermijden.
Dit jaar was niet alleen goed om de taal beter onder de knie te krijgen, ook werd ik veel zelfstandiger, socialer en rustiger. Het ritme is trager dan in het drukke België, maar je beseft pas als je even ergens anders woont dat we zo een hectische levensstijl hebben. Zeker de siësta was mij voor mij in het begin erg wennen. Voor ons Belgen lijkt het tijdverspilling om in het midden van de dag zo een lange pauze te nemen. Ook het stereotiep dat Spanjaarden altijd te laat zijn, klopt helemaal. Natuurlijk zijn ze niet allemaal te laat maar een overgrote meerderheid toch wel. Na een maand in Granada kwam ik ook tien minuutjes later aan dan afgesproken.
Granada is echt een betoverende stad. Vooral de uitkijkpunten zijn de moeite waard. Het is een lastige beklimming maar dat vergeet je onmiddellijk als je boven staat. Vooral het uitkijkpunt van San Miguel Alto vond ik indrukwekkend en vele keren heb ik daar de zon zien ondergaan. Granada wordt omringd door mooie natuur. Al na een halfuurtje wandelen, zit je al helemaal in de natuur en vergeet je dat je zo dicht bij Granada bent.
Tijdens het schrijven van deze tekst voel ik nu al de post-Erasmusblues opkomen.. Een Erasmusjaar gaat toch zo snel voorbij! Als ik de kans kreeg, zou ik het zo opnieuw doen.
Mi año de estudiante Erasmus en Granada
En mayo recibí la confirmación de que podía ir a Granada. ¡Tenía muchísimas ganas de salir! A mediados de septiembre llegó por fin el día, con tres grandes maletas me subí al avión. Lo primero que me llamó la atención cuando salí del aeropuerto fue el calor. Era justo como si te metieras en un horno. Una amiga española que había conocido en Gante, me esperaba en la estación de autobuses. Luego fuimos al albergue juvenil y pude comenzar la búsqueda de una habitación/piso. Afortunadamente encontré rápidamente una habitación que quedaba a la vuelta de la esquina de la facultad. Todavía más cerca de la facultad era casi imposible. Ese iba a ser por tanto mi hogar durante los próximos diez meses. De inmediato, la primera tarde tras la llegada probamos las tapas. ¡Estaban riquísimas! Pero el año no consistió solo en comer y beber, también había que ir a las clases y teníamos que hacer muchas tareas.
En el piso vivía con dos chicas españolas y una italiana. Nos llevamos bien, aunque a veces también había pequeñas discusiones sobre la limpieza de la casa. Vivir en una nueva ciudad significa también que tenía que buscar nuevos amigos. Afortunadamente eso fue rápido. Los españoles te invitan muy rápido a hacer algo con ellos. La primera vez que estuve completamente sola con un grupo de chicos españoles me asusté un poco. Yo creía que hablaba bien el español, pero en ese momento me puse a dudar. Desde luego conocí a muchos otros estudiantes Erasmus. ¡Ahora tengo amigos de toda Europa! Además tuve la oportunidad de ser asistente de lengua neerlandesa. Eso me resultó muy agradable de hacer. Podía ayudar a los estudiantes con conversación y así me di cuenta de que aprender neerlandés no es tan sencillo en absoluto, pero sí muy divertido! Algunos sonidos súper normales son para los españoles a veces muy difíciles. Como la ‘uu’ larga en ‘vuur’ (fuego) y ‘buur’ (vecino). Y también la inversión en nuestras frases parece ser bastante complicada. ‘Ayer fui a nadar’ frente a ‘Fui a nadar ayer’.
Apenas me había acostumbrado un poco a mi nuevo hogar cuando recibí visita de mi familia. Juntos visitamos los lugares de interés de Granada y disfrutamos de la comida rica. Mis padres estaban contentos de poder ver cómo y dónde vivía. Entonces entré por primera vez en la Alhambra. Muy bonito este palacio moro y completamente distinto de los castillos de Bélgica. Se quedaron una semana en Granada. Después nos despedimos y me quedé de nuevo sola, pero eso tampoco estaba tan mal. Volé a casa en las vacaciones de navidad y semana santa.
Una parte de la vida del estudiante Erasmus son los distintos viajes que hicimos. Así fuimos a Córdoba, Sevilla, Madrid, Málaga, Gibraltar, Cabo de Gata y los baños termales de Santa Fe. Las ciudades de Andalucía tienen desde luego un encanto especial y la diferencia entre Madrid y el sur de España era -incluso para una extranjera- fácil de reconocer. Y en cuanto hacía demasiado calor en Granada, había playas cercanas para buscar el fresco. Los viajes estuvieron bien, pero los fines de semana en Granada estaban igual de bien. Los españoles me enseñaron que no tienes que entrar a la discoteca antes de las tres, y que después de estar de marcha hay que ir a tomar churros. También había los típicos bares Erasmus donde se reunían todos los estudiantes Erasmus, pero yo intentaba evitarlos.
Este año no solo ha sido bueno para perfeccionar un poco más el idioma, también soy mucho más independiente, más social y más relajada. El ritmo es más lento que en la agitada Bélgica, pero solo si vives una temporada en otro sitio te das cuenta de que tenemos un estilo de vida tan frenético. Desde luego la siesta fue para mí al principio cosa de acostumbrarse. Para nosotros los belgas parece perder el tiempo tomarse una pausa tan larga en medio del día. También el cliché de que los españoles siempre llegan tarde es completamente cierto. Desde luego no todos llegan tarde pero una gran mayoría sí. Después de un mes en Granada yo también llegaba diez minutos más tarde de lo acordado.
Granada es en verdad una ciudad encantadora. Sobre todo los miradores merecen la pena. Cuesta bastante subir allí pero lo olvidas inmediatamente cuando estás arriba. Sobre todo el mirador de San Miguel Alto me pareció impresionante y muchas veces he visto allí ponerse el sol. Granada está rodeada de una naturaleza preciosa. Ya tras caminar media hora estás completamente en la naturaleza y olvidas que estás tan cerca de Granada.
Al escribir este texto comienzo ya a sentir la nostalgia post-Erasmus... ¡El año Erasmus pasa tan deprisa! Si tuviera la oportunidad lo volvería a hacer sin dudarlo.