Een beschoten bos bij Ieper in 1917 - Un bosque bombardeado cerca de Ypres en 1917
IN FLANDERS FIELDS – Lakenhalle - IN FLANDERS FIELDS – las Lonjas del Paño
Het vernielde hart van Ieper met centraal de Sint-Maartenskerk en de Lakenhallen - El centro devastado de Ypres, con la Iglesia de San Martín y las Lonjas del Paño.
Dikke Bertha schoot granaten van 42 cm af - 'Berta la Gorda' disparaba obuses de 42 cm.
Een Dikke Bertha voor Verdun - Un 'Berta la Gorda' ante Verdún
Australische soldaten met gasmaskers in een loopgraaf bij Ieper - Soldados australianos con máscara antigás en una trinchera cerca de Ypres.
Tank gedumpt in een Duitse loopgraaf tijdens de slag om Cambrai - Tanque hundido en una trinchera alemana durante la batalla de Cambrai
Een met water volgelopen loopgraaf bij Passendale in 1917 - Una trinchera inundada cerca de Passendale en 1917
> Enlace a ‘In Flanders Fields’ de John McCrae (1915)
[Automatische stem - Voz automática]
1914-1918 – De Eerste Wereldoorlog. Neutraal in oorlogstijd
.
In nauwe loopgraven, met de vijand vlakbij, vochten soldaten in de Eerste Wereldoorlog voor hun leven. Ze kwamen bij duizenden om. Nederland was neutraal dus de grootste gruwelen bleven de inwoners bespaard. Maar ook hier werd voedsel schaars en de werkloosheid hoog.
Van 1914 tot 1918 woedde in Europa een ‘grote oorlog’, die voor Nederland wel consequenties had, maar waarvan de gruwelijkheden Nederland bespaard bleven. In deze Eerste Wereldoorlog stonden de 'centralen' (Duitsland, Oostenrijk en Turkije) tegenover de 'geallieerden' (Frankrijk, Groot-Brittannië en Rusland). Maar het waren vooral de soldaten van de twee partijen die tegenover elkaar stonden, in de kilometerslange loopgraven. Als ze daar beschoten werden, konden ze niet veel meer doen dan dekking zoeken voor de ontploffende granaten en het beste ervan hopen. Nog machtelozer waren ze als ze de vijand moesten aanvallen. Zodra ze uit de loopgraven kwamen, werden ze door de tegenpartij opgewacht met machinegeweren en zonder pardon neergeschoten. Nieuw in deze oorlog was het gebruik van gifgas. Het was een oorlog die miljoenen slachtoffers eiste. Toen de Verenigde Staten in 1917 de kant van de geallieerden kozen, raakten die aan de winnende hand. In november van het volgende jaar gaven de centralen zich gewonnen.
Nederland was neutraal gebleven, dat was al langer de basis van de Nederlandse buitenlandse politiek. Wel was er een mobilisatie van het leger afgekondigd om het eigen grondgebied te verdedigen. Verder kreeg het land te maken met de randverschijnselen van de oorlog. Grote aantallen Belgische vluchtelingen moesten worden opgevangen, onder meer in tentenkampen. De werkloosheid groeide door de teruggelopen internationale handel, terwijl veel koopvaardijschepen werden getorpedeerd. Voedsel werd schaars en ging op de bon. In 1917 en 1918 plunderden wanhopige huisvrouwen in Amsterdam en Rotterdam voedselvoorraden.
.
Veel Europese landen kregen in en na de oorlog te maken met revolutionaire omwentelingen. In Rusland werd de tsaar van zijn troon gestoten en vermoord, en in Duitsland en Oostenrijk-Hongarije werd het keizerrijk vervangen door een republiek. In Nederland werden in de oorlog ingrijpende politieke veranderingen doorgevoerd. In 1917 werd het algemeen mannenkiesrecht ingevoerd. Toen de oorlog ten einde liep, volgde in 1919 het algemeen vrouwenkiesrecht. Vanaf 1919 is Nederland een volledig democratisch land: iedere volwassen man en vrouw kan zijn of haar stem uitbrengen bij de verkiezingen.
1914-1918 – La Primera Guerra Mundial. Neutral en tiempos de guerra
En estrechas trincheras, con el enemigo muy cerca, luchaban por sobrevivir los soldados en la Primera Guerra Mundial. Morían a miles. Los Países Bajos fueron neutrales, así que sus habitantes se salvaron de los espantos mayores. Pero también aquí escaseó la comida y el paro ascendió.
De 1914 a 1918 se desató en Europa una ‘gran guerra’, que para los Países Bajos tuvo consecuencias, pero de cuyas atrocidades consiguió salvarse. En esta Primera guerra Mundial se enfrentaron las Potencias Centrales (el Imperio alemán, Austria-Hungría y el Imperio otomano) y los ‘Aliados' (Francia, Gran Bretaña y el Imperio ruso). Pero eran sobre todo los soldados de ambas partes quienes estaban enfrentados, en los kilómetros y kilómetros de trincheras. Cuando eran atacados en ellas, no podían hacer mucho más que ponerse a cubierto de las granadas que explotaban y confiar en su suerte. Aún más indefensos estaban cuando tenían que atacar al enemigo. En cuanto salían de la trinchera el enemigo les estaba esperando con ametralladoras y eran abatidos sin piedad. Una novedad de esta guerra fue el uso del gas venenoso. Fue una guerra que se cobró millones de víctimas. Cuando en 1917 los Estados Unidos escogieron el lado de los aliados, acertaron con el lado ganador. En noviembre del año siguiente las Potencias Centrales se daban por vencidas.
Los Países Bajos se mantuvieron neutrales, esa era desde hace mucho la base de la política exterior neerlandesa. Aunque se había anunciado la movilización del ejército para defender el propio territorio. El país también tuvo que enfrentarse a los efectos secundarios de la guerra. Hubo que acoger a un gran número de refugiados belgas, en otros medios, en campamentos de tiendas. El paro creció debido al descenso del comercio internacional, mientras que muchos barcos mercantes fueron torpedeados. La comida escaseaba y se comenzó a racionar. En 1917 y 1918 las amas de casa desesperadas de Ámsterdam y Róterdam saquearon los almacenes de provisiones.
Muchos países europeos se enfrentaron durante la guerra y después de ella a movimientos revolucionarios. En Rusia el zar fue depuesto del trono y asesinado, y los Imperios alemán y austrohúngaro fueron sustituidos por sendas repúblicas. En los Países Bajos se llevaron a cabo durante la guerra profundos cambios políticos. En 1917 se implantó el sufragio universal para los hombres. Al acabar la guerra, le siguió en 1919 el sufragio universal para las mujeres. Desde 1919 los Países Bajos son un país plenamente democrático: todo adulto, hombre o mujer, puede emitir su voto en las elecciones.
> Enlace a ‘Schooltv’: De Slag bij de Somme (voortgezet onderwijs)
Schooltv Beeldbankclip – De Slag bij de Somme (Voortgezet Onderwijs)
.
De Eerste Wereldoorlog, die duurde van 1914 tot 1918, is vooral bekend geworden als een loopgravenoorlog. De loopgraven waren goed te verdedigen met machinegeweren, artillerie en prikkeldraad. Het bleek een stuk moeilijker om ze te veroveren.
In de zomer van 1916 willen de geallieerden een doorbraak forceren bij de rivier de Somme. De bedoeling is om de Duitse stellingen te vernietigen. Daarna kan de infanterie ongehinderd hun loopgraven inenemen. In een week tijd vuren de geallieerden zonder ophouden anderhalf miljoen granaten af. Het geluid is zo hevig dat het an de andere kant van het kanaal in Engeland wordt gehoord. Wat de Engelsen niet weten is dat de Duitsers zich diep in bunkers hebben ingegraven, soms tot vijftig meter onder de grond. Het effect van de artillerieaanval valt daarom tegen. De bombardementen blijken bovendien niet echt precies. De Duitse stellingen zijn nog grotendeels intact. De Duitsers wachten rustig af tot de beschietingen voorbij zijn. Dan nemen ze hun stellingen weer in en wachten de Engelsen op. Op 1 juli volgden (?) zij ten aanval. De Engelsen kruipen hun loopgraaf uit en lopen recht in de val.
De Duitse mitralleurs wachten de niet vermoedende Engelsen op. De aanval is zinloos. De geplande doorbraak mislukt. Terrein wordt nauwlijks veroverd.
Op de eerste dag van de slag aan de Somme sneuvelen alleen al 20.000 Britten, 35.000 raken gewond. Toch ging de slag aan de Somme de volgende dag door, en de week erna, tot ver in november, toen regen en kou er een einde aan maakten.
De slag aan de Somme was een van de meest bloedige veldslagen uit de Eerste Wereldoorlog.
Banco de vídeos de ‘Schooltv’ – La batalla del Somme (Enseñanza Secundaria)
A la Primera Guerra Mundial, que duró de 1914 hasta 1918, se ha hecho famosa sobre todo como guerra de trincheras. Las trincheras se podían defender bien con ametralladoras, artillería y alambre de espino. Resultaba mucho más difícil conquistarlas
En el verano de 1916 los aliados quieren lograr un gran avance junto al río Somme. La idea es destrozar las posiciones alemanas. Luego la infantería puede tomar sin impedimentos sus trincheras. A lo largo de una semana los aliados disparan sin cesar un millón y medio de obuses. El sonido es tan ensordecedor que se oye al otro lado del Canal, en Inglaterra. Lo que los ingleses no saben es que los alemanes se han enterrado en bunkers profundos, a veces hasta cincuenta metros bajo el suelo. Por eso el ataque de artillería no tiene el efecto esperado. Además, los bombardeos resultan no ser muy precisos. Las posiciones alemanas, en gran parte, siguen intactas. Los alemanes esperan tranquilamente hasta que acaban los disparos. Luego retoman sus posiciones y esperan a los ingleses. El 1 de julio se lanzan estos al ataque. Los ingleses salen de sus trincheras y caen directos en la trampa.
.
Las ametralladores alemanas esperan a los incautos ingleses. La ofensiva es inútil. El planeado avance resulta fallido. Apenas se conquista terreno.
Tan solo en el primer día de la batalla del Somme perecen 20.000 británicos y 35.000 resultan heridos. Sin embargo, la batalla del Somme continuó al día siguiente y la semana siguiente, hasta muy entrado noviembre, cuando la lluvia y el frío le pusieron fin.
La batalla del Somme fue uno de los episodios más sangrientos de la Primera Guerra Mundial.