Amerikaanse woorden uit het Nederlands
[Transcriptie: Margot Dhondt]
50 jaar lang hadden Nederlanders het voor het zeggen hier in New York, toen het nog Nieuw Amsterdam heette. Dat was in de 17de eeuw, heel lang geleden, maar de invloed van de Nederlanders zie je nog steeds terug, bijvoorbeeld in de taal.
Ik zit op de ‘stoop’, en inderdaad, dat woord komt van het Nederlandse woord ‘stoep’. In het Amerikaans bedoelen ze daarmee de trapjes die leiden naar de voordeur; dat klopt natuurlijk helemaal niet want wij zouden zeggen ‘de stoep is daar’, maar goed, de ‘stoop’. Bij me op de ‘stoop’ heb ik een aantal typische Amerikaanse dingen, zoals een ‘cookie’. ‘Cookie’, dat woord is afkomstig van het Nederlandse woord ‘koekje’, want in het Engels noemen ze koekjes ‘biscuits’. Alleen in het Amerikaans gebruiken ze het woord ‘cookie’, dat dus afkomstig is uit het Nederlands.
Wie heeft er zin in wat ‘coleslaw’? Inderdaad, ‘coleslaw’, dat komt letterlijk van het Nederlandse woord ‘koolsla’. Luister maar, de twee klinken ook letterlijk hetzelfde: ‘coleslaw’ en ‘koolsla’. In het Engels is kool natuurlijk helemaal niet ‘cole’, het is ‘cabbish’, dus eigenlijk heet dit ‘cabbish salad’, maar ze noemen het dus ‘cole’ omdat het uit het Nederlands komt en het interessante verhaal hierachter is dat, in de 17de eeuw, toen de Nederlandse schepen hiernaartoe kwamen – dat was een hele lang reis over de oceaan – het enige dat goed bleef, was ingemaakte witte kool. En daarom eet New York nog steeds coleslaw bij de barbecue. Persoonlijk vind ik het niet te vreten.
Een T-shirt van Amerika’s beroemdste sportclub, de New York Yankees, en die naam – geuzennaam is het voor de Amerikanen, Yankees – volgens sommige taalkundigen is dat afkomstig van ‘Jan en Kees’, ‘Yan en Kees’. Het verhaal gaat dat in de 18de en de 19de eeuw er zo veel afstammelingen waren van Nederlanders die allemaal Jan of Kees heetten dat het een soort van gemene opmerking was over al die rare Nederlanders, al die ‘Yan’en en ‘Kees’en, al die Yankees. En het verhaal gaat zelfs dat het woord ‘dollar’ afkomstig is van het Nederlandse ‘daalder’, ‘dollar’, ‘daalder’.
Het enige dat nog jammer is, is dat het hier niet nog steeds New Amsterdam heet; dat hebben ze veranderd naar New York.
Durante 50 años los ‘holandeses’ eran los que mandaban aquí en Nueva York, cuando aún se llamaba Nueva Ámsterdam. Eso era en el siglo XVII, hace mucho tiempo, pero la influencia de los neerlandeses se puede ver todavía, por ejemplo en el idioma.
Estoy sentado en el ‘stoop’ y, en efecto, esa palabra proviene de la palabra holandesa ‘stoep’. En el inglés de aquí se refieren con ello a los escalones que conducen a la puerta principal; eso no encaja del todo naturalmente porque nosotros diríamos que “el ‘stoep’ está allí”, pero bueno, el ‘stoop’. Aquí conmigo en el ‘stoop’ tengo algunas cosas típicamente estadunidenses, como una galleta. ‘Cookie’, esa palabra proviene de la palabra neerlandesa ‘koekje’, porque en inglés llaman a las galletas ‘biscuits’. Solo en estadunidense usan la palabra ‘cookie’, que por tanto procede del neerlandés.
A quien le apetece un poco de ‘coleslaw’? En efecto, ‘coleslaw’, viene literalmente de la palabra neerlandesa ‘koolsla’. Escucha, las dos suenan también literalmente igual: ‘coleslaw’ y ‘koolsla’. En inglés la col (‘kool’) no es desde luego ‘cole’, es ‘cabbish’, así que en realidad se llama ‘cabbish salad’, pero la llaman ‘cole’ porque viene del neerlandés, y lo más curioso de esto es que, en el siglo XVII, cuando los barcos holandeses llegaron hasta aquí –y era un viaje muy largo por el océano– lo único que se conservaba bien era la col blanca en salmuera. Y por eso New York sigue comiendo aún ‘coleslaw’ con la barbacoa. Personalmente creo que no hay quien se la coma.
Una camiseta del club deportivo más famoso de EE.UU., los New York Yankees, y ese nombre – un apodo originalmente despectivo para los estadunidenses, ‘Yankees’ – según algunos lingüistas proviene de ‘Jan y Kees’, ‘Yan y Kees’. La historia cuenta que en los siglos XVIII y XIX había tantos descendientes de neerlandeses llamados Jan o Kees que era una especie de comentario malintencionado sobre todos esos extraños holandeses, todos esos ‘Yan’ y ‘Kees’, todos esos ‘Yankees’. Y la historia cuenta incluso que la palabra ‘dollar’ procede del neerlandés ‘daalder’: ‘dollar’, ‘daalder’.
Lo único que sigue siendo una lástima es que esto ya no se llame Nueva Ámsterdam; lo cambiaron por Nueva York.