[Transcriptie: Margot Dhondt]
- Dit is wat we delen.
- Dit is wat we delen.
- Hallo, ik ben Liza uit Amsterdam, en dit is mijn lief, Tom.
- Hey, ik ben Tom, uit Antwerpen. Graag leggen we je uit wat ons verbindt.
- Maar we gaan het niet hebben over liefde, schat. We gaan het hebben over taal.
- Het Nederlands. Een mooie taal met 24 miljoen sprekers. Wist je dat onze taal de achtste taal van Europa is?
- En ook buiten Europa wordt Nederlands gesproken. Nederlands is een officiële taal in Nederland, België en Suriname, en op Aruba, Curaçao en Sint-Maarten.
- Mijn vrienden horen aan Liza dat ze uit Nederland komt.
- En andersom hoort mijn familie dat Tom een Vlaming is.
- Toch spreken we dezelfde taal, en begrijpen elkaar goed. Vergelijk het met het Engels, waardoor een Amerikaan kan overleggen met een Australiër.
- Of het Spaans, waardoor een Mexicaan kan e-mailen met iemand in Colombia.
- Binnen het Nederlandse taalgebied zijn er culturele verschillen, en per land gebruiken we soms andere woorden. Maar: we delen ook veel.
- Alle 24 miljoen Nederlandstaligen gaan namelijk uit van dezelfde spelling, dezelfde grammatica en hetzelfde woordenboek.
- Dat heeft veel voordelen: voor onszelf én voor de mensen uit het buitenland.
- Tom en ik lenen elkaar boeken van Vlaamse en Nederlandse auteurs.
- Die bereiken dus veel lezers zonder dat daar een vertaling voor nodig is.
- En Tom leest in Nederland mijn krant, waarvan een Vlaming de hoofdredacteur is.
- En... goh, laatst waren we in Gent naar een toneelstuk geweest, met Vlaamse en Nederlandse acteurs.
- Internationale boeken, gebruiksaanwijzingen en verpakkingen hoeven maar één keer vertaald te worden naar het Nederlands.
- We lezen in Nederland en Vlaanderen dezelfde versie van Tolstoj, Proust en Virginia Woolf.
[Vertrek in westelijke richting]
- Ook hedendaagse literatuur hoeft maar één keer te worden vertaald en bereikt een groot publiek.
- Andersom kan een vertaler boeken uit het hele taalgebied vertalen naar zijn of haar eigen moedertaal, of dat nu Frans, Pools of Chinees is.
- Dat is prettig en handig, maar het mooiste aan onze gemeenschappelijke taal is toch wel dat we onze gevoelens erin kunnen uitdrukken.
- Liza, ik zie je graag.
- Ik houd ook van jou, Tom.
[Bestemming bereikt]
- Eén taal.
- Dit is wat we delen.
- Esto es lo que compartimos.
- Esto es lo que compartimos.
- Hola, soy Liza de Ámsterdam, y este es mi novio, Tom.
- Hey, yo soy Tom, de Amberes. Con gusto te explicamos lo que nos une.
- Pero no vamos a hablar de amor, cariño. Vamos a hablar del idioma.
- El neerlandés. Una lengua bonita con 24 millones de hablantes. Sabías que nuestro idioma es el octavo de Europa?
- Y también fuera de Europa se habla neerlandés. El neerlandés es idioma oficial en los Países Bajos, Bélgica y Surinam, y en Aruba, Curazao y San Martín.
- Mis amigos notan [oyen] que Liza es de ‘Holanda’.
- Y al revés, mi familia nota [oye] que Tom es flamenco.
- Y sin embargo hablamos el mismo idioma, y nos comprendemos bien. Compáralo con el inglés, por el cual un estadounidense puede conversar con un australiano.
- O el castellano, por el que un mexicano puede intercambiar e-mails con alguien en Colombia.
- Dentro del territorio lingüístico del neerlandés hay diferencias culturales, y en cada país usamos a veces otras palabras. Pero: también compartimos mucho.
- Los 24 millones de neerlandófonos parten por ejemplo de la misma ortografía, la misma gramática y el mismo diccionario.
- Eso tiene muchas ventajas: para nosotros y también para la gente de fuera.
- Tom y yo nos prestamos libros de autores flamencos y ‘holandeses’.
- Así llegan a muchos lectores, sin que para ello haga falta una traducción.
- Y Tom lee en ‘Holanda’ mi periódico, en el que el director (redactor jefe) es un flamenco.
- Y... bueno, y hace poco fuimos en Gante a [ver] una obra de teatro con actores flamencos y ‘holandeses’.
- La literatura internacional, las instrucciones de uso y los envases solo hay que traducirlos al neerlandés una vez.
- En ‘Holanda’ y Flandes leemos la misma versión de Tolstói, Proust y Virginia Woolf.
[Salida en dirección al oeste]
- También la literatura contemporánea ha de traducirse solo una vez y alcanza a un gran público.
- Y al revés, un traductor puede traducir libros de todo el territorio lingüístico a su propia lengua materna, sea esta el francés, polaco o chino.
- Eso es agradable y también práctico, pero lo más bonito de nuestro idioma común es que podemos expresar en él nuestros sentimientos.
- Liza, te quiero. [fórmula flamenca]
- Yo también te quiero, Tom. [fórmula ‘holandesa’]
[Llegada a destino]
- Un solo idioma.
- Esto es lo que compartimos.
Vragen over de tekst:
1) Waar komen Ton en Liza vandaan?
2) Hoeveel Nederlandstaligen zijn er in de wereld?
[Hoeveel mensen spreken Nederlands?]
[Hoeveel sprekers spreken Nederlands?]
3) Welke positie heeft het Nederlands in Europa?
4) Wordt Nederlands ook buiten Europa gesproken?
5) In welke landen is Nederlands een officiële taal?
[Waar is Nederlands een officiële taal?]
6) Waarmee vergelijken ze het Nederlands (met welke andere talen)?
7) Kan een Colombiaan e-mailen met een Mexicaan?
[Waarom kan een Mexicaan met iemand in Colombia e-mailen?]
8) Gebruiken alle Nederlandstaligen altijd dezelfde woorden?
[Gebruiken de Nederlandstaligen andere woorden per land?]
9) Kan iemand uit Nederland een boek van een Vlaamse auteur lezen?
10) Kan een Vlaming een Nederlandse krant lezen?
11) Waarvan gaan alle Nederlandstaligen uit? (Wat is gemeenschappelijk)?
12) Heb je ooit een probleem gehad om iemand van een andere regio te begrijpen?
13) Heb je veel Nederlandse/Vlaamse vrienden?
14) Hebben de Nederlandse/Vlaamse mensen dezelfde mentaliteit?
15) Wat zijn de voordelen van het Nederlands voor de vertalers?
16) Hoe kan je ook ‘Ik houd van jou’ zeggen?
17) Wat is dus wat Nederlanders en Vlamingen delen?
18) En wat is het mooiste aan hun gemeenschappelijke taal (van Nederlanders en Vlamingen)?