Jeugdjournaal – Het was gevaarlijk, je kon daar bijna niet leven
Obada van 12 woont sinds vier jaar in Nederland. Samen met zijn gezin is hij gevlucht uit Syrië. Hij heeft het naar zijn zin in Nederland en wil niet terug naar Syrië. Toch proberen veel andere vluchtelingen wel terug te gaan.
[- Jan, wat heb je wel gedaan in je stage?] Journaliste: Obada, zijn broertje Amud en zusje Raia wonen samen met hun moeder in Heemstede. Hun vader woont ergens anders, want de ouders van de kinderen zijn niet lang geleden gescheiden. [Heb je er iets nieuws in gestopt?] Hoe anders dan vier jaar geleden toen de familie nog samen in Syrië woonde.
Obada: Maar wilde Wij leidden gewoon wel een goeie leven daar, [weil] ja mijn vader had een bedrijf maar ja we moesten vluchten want, ja ___ op een gegeven moment werd het een beetje gevaarlijk.
Journaliste: De oorlog in Syrië begon in 2011 met een opstand tegen de president Ásad. Ásad pikte dat niet en wordt vocht hard terug met het leger van het land. Gaan de weg Gaandeweg gingen steeds meer verschillende groepen zich ermee bemoeien, ook de terroristen van IS.
Obada: Ja, het was gevaarlijk, kond ik kon daar bijna niet leven. Er waren veel bommen gegooid, er waren worden(?) veel geschoten en, ja... het verschillend was.
Journaliste: Normaal leven was niet mogelijk meer. De vader van Obada vluchtte daarom als eerste het land uit, op zoek naar een veilige plek voor de familie. En Een jaar later, werd Obada van school gehaald en moest moesten hij, zijn broertje en zusje ook plotseling vertrekken.
Obada: Heel erg bang, ja ik kond kon zo weinig slapen, ___ hoe bang was ik eigenlijk, zo bang was ik eigenlijk, maar alsnog ja, je bent denkt op dat moment alleen aan één ding en voor da’s gewoon je familie ___ achteraan [een beetje die achterlaten]. Ik denk wel zorgen sowieso over van ja, hoe zou blijven het leven nu in Syrië __ zijn [als ik daar...].
Journaliste: Het is inmiddels zo’n acht jaar geleden dat de oorlog begon, en het land Syrië is compleet veranderd. IS en de andere opstandelingen zijn voor het grootste deel uitgeschakeld, maar dat betekent dus zeker niet dat het nu rustig is in het land, want ook president Ásad treedt er nog steeds hard op, vertelt het m Midden-Oosten-deskundigen er Erwin van Veen.
[rest van de transcriptie]
Erwin van Veen: “Om te beginnen loper er heel veel gewapende groepen en soldaten door het hele land heen, en die allerlei gruweldaden begaan, en dus je bent je leven niet zeker. En het land ligt ‘tuurlijk ook in puin, dus er zijn geen wegen, er zijn heel veel huizen gewoon kapot, d’r is geen elektriciteit, geen water, geen scholen, en geen banen, dus die dingen samen maken het best gevaarlijk om momenteel terug te gaan.”
Journaliste: Bijna alle Syriërs die naar Nederland gevlucht zijn denken er daarom niet om terug te gaan. Verreweg de meeste willen hier voor altijd blijven, maar dat kan alleen als ze daar toestemming voor hebben. En sommige politici willen ze die niet geven, omdat zij vinden dat je in sommige delen van Syrië wel veilig bent.
Obada: “Ik vind het niet goed. Je moet eerst echt bekijken of de oorlog afgelopen is... dat je gewoon weet... je moet zelf... bijvoorbeeld iemand daarnaartoe sturen , iemand, en als hij daar kan leven, ja, dan mag je het van mij [...]
Journaliste: Maar of Obada nou zou gaan...?
Obada: “Nooit. Nee, denk ik echt niet. Ja... ik wil gewoon gelukkig zijn, en ik ben in Nederland gelukkig.”