Martinus Nijhoff
(Den Haag, 1894-1953)
'Het derde land' (1924)
Zingend en zonder herinnering
Ging ik uit het eerste land vandaan,
Zingend en zonder herinnering
Ben ik het tweede land ingegaan,
O God, ik wist niet waarheen ik ging
Toen ik dit land ben ingegaan.
O God, ik wist niet waarheen ik ging
Maar laat mij uit dit land vandaan,
O laat mij zonder herinnering
En zingend het derde land ingaan.
Martinus Nijhoff
(La Haya, 1894-1953)
'El tercer país' (1924)
[traducción ± literal]
Cantando y sin recuerdos
partí del primer país,
cantando y sin recuerdos
llegué al segundo país,
oh Dios, no sabía a dónde iba
al llegar a este país.
Oh Dios, no sabía a dónde iba
mas déjame salir de este país,
oh deja que sin recuerdos
y cantando llegue al tercer país.
Martinus Nijhoff – ‘Het derde land’ – Antoine Oomen en Mariette Oelderik
Hans Andreus
(Amsterdam, 1926-1977)
‘Voor een dag van morgen’ (1959)
Wanneer ik morgen doodga,
vertel dan aan de bomen
hoeveel ik van je hield.
Vertel het aan de wind,
die in de bomen klimt
of uit de takken valt,
hoeveel ik van je hield.
Vertel het aan een kind,
dat jong genoeg is om het te begrijpen.
Vertel het aan een dier,
misschien alleen door het aan te kijken.
Vertel het aan de huizen van steen,
vertel het aan de stad,
hoe lief ik je had.
Maar zeg het aan geen mens.
Ze zouden je niet geloven.
Ze zouden niet willen geloven dat
alleen maar een man alleen maar een vrouw,
dat een mens een mens zo liefhad
als ik jou.
Hans Andreus
(Ámsterdam, 1926-1977)
‘Para un día de mañana’ (1959)
Cuando mañana muera,
cuéntale a los árboles
cuánto te amé yo a ti.
Cuéntalo al viento,
que trepa por los árboles
o de sus ramas cae,
cuánto yo a ti te amé.
Cuéntalo a un niño
tan joven como para comprenderlo.
Cuéntalo a un animal,
tal vez solo con una mirada.
Cuéntalo a las casas de piedra,
cuéntalo a la ciudad,
cuánto te quise a ti.
Mas no se lo digas a nadie.
No te creerían.
No querrían creer que
solo un hombre a solo una mujer,
que un ser humano a otro tanto amase
como yo a ti.