[NL/VL-E] Dutch++ ‘Variatie in het Nederlands’ (Variación lingüística en el neerlandés)

Dutch++ 'Variatie in het Nederlands'
> Link naar het project Dutch++:

https://dutchplusplus.ned.univie.ac.at

[Transcriptie van video's: Mathilde van Doorne]

Nederlands in België:
kort overzicht

Anike is Nederlandse. Ze vertelt over typisch Belgisch-Nederlandse woorden.

In België worden heel veel meer woorden gebruikt die door Nederlanders worden beschouwd als moeilijk en ingewikkeld. Een Belg gaat niet zo snel naar de kapper; een Belg gaat naar de coiffeur. En ze zetten niet de verwarming aan; ze zetten de ‘chauffage’ aan. Bij een auto gebruiken ze dus ook alle... zo gaan ze niet de koppeling indrukken maar de ‘ambriage’.  En ze gebruiken dus al die Franse woorden en dat is komisch voor Nederlanders. Ze hebben zo iets van... ‘maar allez jullie gebruiken zo veel moeilijke woorden’... Voor Belgen is dat normaal, dat is niet heel moeilijk, dat zijn simpele woorden in principe voor hen. 

Belgen gebruiken... in zekere zin spreken ze formeler. Ze spreken... in Nederland is het Nederlands altijd simpel. Iedereen moet het begrijpen, terwijl in België in het begin heb ik echt wel een aantal keer moeten vragen: oei! dat woord ken ik eigenlijk niet. Wat betekent het? Voor hen is dat een heel normaal woord. Voor mij was het best zo van: allee dat is zo een moeilijk woord. Dus ja, dat is anders.

El neerlandés en Bélgica:
breve resumen

Anike es neerlandesa. Nos cuenta sobre algunas palabras típicas del neerlandés de Bélgica.

En Bélgica se usan muchas más palabras que son consideradas por los holandeses como difíciles y complicadas. Un belga no va al peluquero, un belga va al ‘coiffeur’. Y no encienden la calefacción, encienden la ‘chauffage’. En el coche utilizan también toda clase de...: no pisan el embrague sino el ‘ambriage’. Así que utilizan todas esas palabras francesas, y eso es gracioso para los holandeses. Dicen algo como...  ‘pero bueno, vosotros usáis un montón de palabras difíciles’. Para los belgas es normal, no es muy difícil, son palabras sencillas en principio para ellos.

Los belgas usan... en cierto sentido hablan más formal. Hablan... en Holanda el neerlandés es siempre sencillo. Todo el mundo tiene que entenderlo, mientras en Bélgica al principio he tenido que preguntar algunas veces: ¡uy! esa palabra no la conozco, ¿qué significa? Para ellos es una palabra súper normal. Para mí era algo así como: venga qué palabra tan difícil. Así que sí, es distinto.

Nederlands in Nederland

Anike komt uit Nederland maar ze studeert in België. In Nederland gebruikt ze andere woorden dan in België.

Ik pas mijn woordenschat meestal aan, mijn accent niet zo zeer, maar ja mijn accent enkel als mensen me echt niet kunnen verstaan, dan ga ik automatisch mijn accent veranderen omdat ik denk dat ze me dan misschien wat beter kunnen verstaan. En ik pas dus woorden aan, dus ik zeg niet dat ik ‘op kot zit’ in Mechelen, maar ik zeg dat ik ‘op kamers woon’. Ook al gebruik ik dat in België nooit. En ik zeg dat ik huisgenoten heb en geen kotgenoten en zulke dingen. Ja, dat doe ik wel.

El neerlandés en Holanda

Anike es de Holanda, pero estudia en Bélgica. En Holanda usa otras palabras que en Bélgica.

 
Adapto
mi vocabulario casi siempre, el acento no tanto, pero bueno, el acento solo si la gente de verdad no me puede entender, entonces cambio automáticamente mi acento porque creo que quizá entonces me puedan entender algo mejor. Y adapto las palabras, por tanto no digo que vivo ‘op kot’ [en un piso] en Malinas, sino que vivo ‘op kamers’. Aunque eso no lo use nunca en Bélgica. Y digo que tengo ‘huisgenoten’ [compañeros de piso] y no ‘kotgenoten’ y cosas así. Sí, eso sí que lo hago.

België en Nederland:
uitspraakverschillen

Anike is een Nederlandse studente die al een tijdje in België woont. Zij legt uit dat Nederlanders lange klinkers (bv. beet) vaak als tweeklanken uitspreken. Belgen spreken tweeklanken (bv. mij) dan weer vaak als eenklanken uit.

Wat zijn volgens jou de meest opvallende verschillen tussen het Noord-Nederlands en het Zuid-Nederlands?

Het Noord-Nederlands bevat heel veel b’s en j’s. Het klinkt misschien een beetje raar maar... ik ga eventjes Nederlands, Noord-Nederlands praten.

Euh ja, graag

Als een Nederlander spreekt, hoor je na elke ‘ee’ en ‘aa’.... na elke ‘ee’ hoor je een ‘j’. Dat hoor je er heel erg in. Voor Nederlanders is dat gewoon normaal en ook de ‘r’ is anders, de ‘g’ is ook vrij duidelijk anders. Ik heb stem- en presentatietechnieken gehad in België en ik moet dus al die j’s en b’s eruit krijgen. Zoveel mogelijk. Wat Nederlanders… ik weet niet of je ooit gehoord hebt van tweeklanken en eenklanken? Nederlanders maken van elke eenklank een tweeklank. Het is niet ‘ee’ maar ‘eej’. Belgen doen dat andersom. Belgen zeggen niet ‘ei’ tegen een ei maar ‘èè’. Dus dat is de eigen lezing. Dat is echt wel een opvallend verschil. Waardoor denk ik het Nederlands zwaarder klinkt, wat ik daarstraks al zei, dan het Belgisch-Nederlands. Het Belgisch-Nederlands klinkt heel licht. En qua intonatie neigt het Vlaams-Nederlands veel meer naar het Frans. Terwijl het Noord-Nederlands, het Nederlands-Nederlands, misschien meer naar het Engels of het Duits, een beetje. Je snapt wel het effect.

Bélgica y Holanda:
diferencias en la pronunciación

Anike es una estudiante holandesa que lleva viviendo un tiempo en Bélgica. Explica que los holandeses a menudo pronuncian las vocales largas (p. e. ‘beet’) como diptongos. Los belgas a su vez pronuncian a menudo los diptongos (p. e. ‘mij’) como vocales largas.

Cuáles son en tu opinión las diferencias más notables entre el neerlandés del norte y el del sur?

El neerlandés del norte tiene muchísimas bes y jotas. Quizá suene un poco raro, pero... voy a hablar un poco neerlandés, neerlandés del norte.

Eh vale, estupendo

Cuando habla un holandés oyes después de cada ‘ee’ y cada ‘aa’... tras cada ‘ee’ oyes una ‘i’. Eso se oye un montón. Para los holandeses eso es algo normal, y la ‘r’ también es distinta, la ‘g’ también es claramente distinta. Yo he estudiado técnicas de voz y de presentación en Bélgica y por tanto tengo que eliminar todas esas jotas y bes. Todo lo posible. En cuanto a los holandeses… ¿no sé si has oído hablar alguna vez de diptongos y vocales simples? Los holandeses convierten todas las vocales simples en diptongos. No es ‘ee’ sino ‘eei’. Los belgas hacen al revés. Los belgas en lugar de ‘ei’ para decir ‘huevo’ dicen ‘èè’. Esa es la forma propia de leerlo. Esa es desde luego una diferencia notable. Por lo que, creo, el holandés suena más pesado, como acabo de decir, que el neerlandés de Bélgica. El neerlandés de Bélgica suena muy suave. Y en cuanto a entonación el flamenco se inclina mucho más hacia el francés, mientras que el neerlandés del norte, el de Holanda, quizá más hacia el inglés o el alemán, un poco. Ya sabes el efecto.

Surinaams-Nederlands
voor Belgen

Jessica vertelt: ‘In het begin vond ik het Surinaams-Nederlands gek’. Jessica komt uit België. Ze loopt stage in Paramaribo, de hoofdstad van Suriname.

In het begin vond ik het gek. Ik wist helemaal niet wat ik moest verwachten van de taal. Dus ik had wel liedjes gehoord maar dat is niet hetzelfde als effectief de taal horen. Ik vond het heel gek en soms moest ik echt vragen om te herhalen omdat ik het gewoon echt niet verstond. Maar eigenlijk het went heel snel. Maar ik moest echt wel vaak ‘wablieft’ vragen.
 

En verstonden zij dat, wisten ze wat dat ’wablieft’ inhoudt?

Nee, nee, Belgen zijn ‘wabliefjes’ omdat ze ‘wablieft’ gebruiken en Surinamers kennen het woord ‘wablieft’ niet. Dus moesten wij ‘wat’ zeggen.

El neerlandés de Surinam
a oídos belgas

Jessica cuenta: ‘Al principio el neerlandés de Surinam me parecía muy raro’. Jessica es de Bélgica. Está de prácticas en Paramaribo, la capital de Surinam.

Al principio me parecía muy raro. No tenía ni idea de lo que podía esperar del idioma. Bueno, había oído algunas canciones, pero no es lo mismo que oír el idioma de verdad. Me sonaba rarísimo y a veces incluso tenía que pedir que me lo repitieran porque sencillamente no lo entendía. Pero en realidad te acostumbras en seguida. Aunque la verdad es que tuve que decir a menudo ‘wablieft’ [¿Cómo?]’.

¿Y lo entendían, sabían lo que significaba ’wablieft’?

No, no, los belgas son ‘wabliefjes’ porque dicen ‘wablieft’ pero los surinameses no conocen la palabra ‘wablieft’. Así que teníamos que decir ‘wat’ [qué].

Drie keer Nederlands

Rachim is Surinamer. Hij vindt het Nederlands van België heel anders dan zijn eigen Nederlands.

Ik kan Belgen niet verstaan.

Waarom is het zo moeilijk?

Ze praten echt binnensmonds, ik kan ze gewoon niet verstaan. Ik heb een keertje een ervaring gehad met Belgen. Het was heel moeilijk ze te verstaan, het is niet om ze voor schut te zetten of zo, maar ze praten heel anders. Ik praat liever met een Nederlander dan met een Belg, omdat Nederlanders bijna zoals Surinamers praten, maar niet met een accent. [...] misschien praten ze wel iets sneller. Belgen praten echt binnensmonds en dat kan soms echt vervelend zijn voor mij. Als je in een groep zit met zeg maar een groep Belgen en dan praten ze en je bent er ook bij, natuurlijk wil je erbij horen en iedereen verstaat mekaar maar jij alleen kan niet verstaan. Ze praten dezelfde taal, maar alleen lijkt het alsof ze een andere taal spreken. Omdat je heel wat dingen niet verstaat gewoon. Het is heel moeilijk, je moet echt goed luisteren, naar hun moet je echt goed luisteren.

Tres veces neerlandés

Rachim es Surinamés. El neerlandés de Bélgica le parece muy distinto a su propio neerlandés.

No puedo entender a los belgas.

¿Por qué es tan difícil?

Hablan para el cuello de su camisa, sencillamente no puedo entenderlos. Una vez tuve una experiencia con los belgas. Era muy difícil entenderlos, no es por reírme de ellos o algo así, pero hablan muy distinto. Prefiero hablar con un holandés que con un belga, porque los holandeses hablan casi como los surinameses, pero sin acento. [...]  quizá sí que hablen un poco más rápido. Los belgas hablan para el cuello de su camisa y eso a veces me resulta un verdadero fastidio. Si estás en un grupo con pongamos un grupo de belgas, y se ponen a hablar y tú estás allí, desde luego no quieres quedarte fuera, y todo el mundo se entiende, pero tú eres la única que no te enteras. Hablan la misma lengua, pero parece que hablaran un idioma distinto. Simplemente porque no entiendes un montón de cosas. Es muy difícil, tienes que prestar mucha atención, les tienes que prestar mucha atención.

Surinamers over Nederlanders
en Belgen

Alietsja en Sherida zijn Surinaamse verkoopsters op de markt in Paramaribo. Soms kunnen ze Nederlanders niet goed verstaan: Nederlanders praten anders én sneller dan Surinamers.
 

Sommige praten heel snel, sommige praten echt zo rollend. Maar dan moet je proberen om toch uit je woorden te komen. Echt dichtbij gaan staan om te gaan begrijpen wat ze eigenlijk bedoelen. Soms moeten ze gewoon aanwijzen voordat je echt kan weten waarmee ze bezig zijn of wat ze willen. Want anderen praten echt diep, vooral van België, mensen van België praten echt diep-Nederlands, ook zo ’bruyabruya’, zeg maar. Ook kleintjes die uit Nederland komen praten echt zo snel waardoor je niet echt zo goed kan begrijpen.

Los surinameses sobre holandeses
y belgas

Alietsja y  Sherida son vendedoras surinamesas del mercado de Paramaribo. A veces no pueden entender bien a los holandeses: los holandeses hablan distinto y más deprisa que los surinameses.

Algunos hablan muy deprisa, algunos hablan con una ‘r’ española. Pero entonces tienes que intentar expresar lo que quieres decir. Ponerte muy cerca para comprender lo que en realidad quieren decir. A veces tienen que señalar algo antes de que puedas saber qué quieren decir o lo que quieren. Porque otros hablan muy adentro, sobre todo los de Bélgica, la gente de Bélgica habla neerlandés muy adentro, algo como ’bruyabruya’, digamos. También los peques que vienen de Holanda hablan súper rápido, por lo que no puedes comprender muy bien.

Farid is een Surinaamse student

Hij spreekt elke dag 50% Nederlands en 50% andere talen.

Ik zou zeggen 50 op 50

Ok, dus 50 % Nederlands en voor de rest spreek je...?

Voornamelijk Engels, maar soms ook Sranan-Tongonees? Portugees sowieso, Spaans soms en heel zeldzaam Frans.

Farid es un estudiante surinamés

Habla cada día el 50% en neerlandés y el 50% en otros idiomas.

Yo diría el 50 por ciento

Ok, entonces el 50 % neerlandés ¿y el resto en qué hablas?

Principalmente inglés, pero a veces también sranan tongo. Portugués en cualquier caso, español a veces y muy raramente francés.

Kenmerken van het Belgisch-Nederlands

Farid komt uit Suriname. Hij heeft een paar maanden in België gewoond en kent een paar typisch Belgische woorden.

Zijn er bepaalde woorden die Belgen gebruiken en Nederlanders gebruiken die je wel verstaat maar die je nooit zou gebruiken, bijvoorbeeld als je met een Surinamer spreekt?

Belgische woorden kan ik alvast opnoemen: ‘subiet’, ‘zene’, ‘wablieft’, ‘just’, ‘plezant’. Dat zijn er ook er vijf.

In België heb je daar die woorden die daar gewoon normale taal zijn. In Nederland heb je niet echt woorden die we hier niet gebruiken. Maar Surinaams-Nederlands is in principe een beetje anders dan Nederlands-Nederlands omdat wij ook de lokale woorden erbij gebruiken. Maar voor de Nederlander die naar hier toekomt, het grootste deel van de woorden kunnen we hier ook gewoon gebruiken.

Características del neerlandés de Bélgica

Farid es de Surinam. Ha vivido unos meses en Bélgica y conoce algunas palabras típicamente belgas.

¿Hay determinadas palabras que los belgas utilicen y que los holandeses utilicen y que tú entiendes pero que nunca usarías, por ejemplo si hablaras con un surinamés?

De entrada puedo citar algunas palabras belgas: ‘subiet’, ‘zene’, ‘wablieft’, ‘just’, ‘plezant’. Ahí van cinco.

En Bélgica tienes de esas palabras que allí son parte de la lengua normal. En Holanda no tienes en realidad palabras que aquí no usemos. Pero el neerlandés de Surinam es en principio un poco distinto del neerlandés de Holanda  porque nosotros usamos en él también las palabras autóctonas. Pero para el holandés que viene aquí, la mayor parte de las palabras las podemos usar aquí también sin problema.

Kenmerken van het Belgisch-Nederlands

Kirsten komt uit Nederland. Ze vindt dat het Belgisch-Nederlands mooi en zangerig klinkt.

Het Nederlands van Belgen vind ik erg mooi klinken. Het Nederlands klinkt veel zangeriger, vloeiender. Het taalgebruik is wat formeler dan in Nederland. Dus dat klinkt ook al gewoon wat deftiger. Ik vind het, nou ja meestal wel, goed verstaanbaar. Ik denk als er een dialect bijkomt dat het dan ingewikkelder wordt. Maar op zich is het goed te volgen. Nou wat ik al zei: zachte ‘g’ vind ik erg mooi en het zangerige spreekt me ook heel erg aan. Het Nederlands klinkt wat harder dan het Belgisch-Nederlands.

Características del neerlandés de Bélgica

Kirsten es de Holanda. Le parece que el neerlandés de Bélgica suena bonito y melodioso.

El neerlandés de los belgas me parece que suena muy bonito. Su neerlandés suena mucho más melodioso y fluido. El uso de la lengua es algo más formal que en Holanda. Por eso suena también algo más elegante. Me parece -bueno en general sí- bastante fácil de comprender. Creo que si encima le añadimos un dialecto que entonces se vuelve más difícil. Pero en sí mismo se comprende bien. Bueno, lo que ya he dicho: la ‘g’ suave me parece muy bonita y su melodía también me atrae mucho. El neerlandés de Holanda suena algo más duro que el de Bélgica.

Kenmerken van het Nederlands-Nederlands

Josta Vaseur is een Surinaamse lerares. Ze heeft jarenlang in Nederland gewoond. Zij vindt dat veel Nederlanders slordig praten.

Dus eh... de Nederlander spreekt slordiger en hier is het aangeleerd en spreken ze het ABN, het beschaafd Nederlands. Dat valt me wel op. Of ze zeggen bijvoorbeeld in Nederland ‘zullie’, of ‘hun komen eraan’. Weet je wel. Dan blijf ik zeggen: nee, niet ‘hun’! ‘Hun’ is een bezittelijk voornaamwoord. In Suriname maken ze die fout niet. En zeggen ze duidelijk van: zij komen eraan. Ze weten dat ‘hun’ een bezittelijk voornaamwoord is. Een Nederlander spreekt iets slordiger, ik kan het zo zeggen. En het is echt niet alleen maar het Nederlandse kind uit een beetje minder bedeelde buurt, echt niet. Zelfs een directeur of weet ik veel wie, iemand met een hoge positie hoor ik zeggen van: ‘hij heb’ of... ‘hun’, weet je wel. Ik heb met collega’s gewerkt, als ze je een mail sturen, dan heb ik zoiets van: waarom zitten er zo veel fouten in?! Je bent toch afgestudeerd, je bent toch lerares. Terwijl je hier ga je dat niet eh..., nee.

Características del neerlandés de Holanda

Josta Vaseur es una profesora Surinamesa. Ha vivido muchos años en Holanda. Le parece que muchos holandeses hablan descuidadamente.

Así que... eh... los holandeses hablan más descuidadamente mientras que aquí se estudia y se habla el ‘ABN’, el neerlandés educado. Eso me llama la atención. O por ejemplo en Holanda dicen ‘zullie’, o ‘hun komen eraan’. Ya sabes. Y yo siempre digo: ¡no, ‘hun’ no! ‘Hun’ es un adjetivo posesivo. En Surinam no se hace ese error. Y dicen claramente: ‘zij komen eraan’. Saben que ‘hun’ es un adjetivo posesivo. Los holandeses hablan más descuidadamente, me atrevo a decirlo. Y no es solo el niño holandés de un barrio menos próspero, de verdad que no. Hasta un director o vete a saber quién, alguien con una posición elevada, le oigo decir ‘hij heb’ o ‘hun’, ya sabes. He trabajado con otras profesoras y cuando te envían un e-mail, te preguntas: ¡¿Por qué hay tantos errores?! Se supone que has terminado tus estudios, se supone que eres profesora ¿no? Mientras que aquí no lo vas a eh... [encontrar]... no.

Kenmerken van het Surinaams-Nederlands

Anike is een Nederlandse stagiaire in Suriname. Zij zegt dat het Surinaams-Nederlands eigen woorden en een eigen intonatie heeft.
 

Één van de opvallende kenmerken is het gebruik van het woordje ‘toch’. Dat wordt héél vaak gebruikt. Dan geven ze een uitleg, het is een beetje vergelijkbaar met het Nederlandse ‘hè’. Zo van: dan moet je dat doen, hè. Dan zeggen ze hier: dan moet je dat doen, toch. Maar ze doen het als een constatering, niet als een vraag. In het begin, als mensen iets uitleggen: ‘dan moet je op dat knopje drukken’. ‘Dan moet je op dat knopje drukken, toch’. Dan dacht ik, ja inderdaad, dan moet je op dat knopje drukken. Ik wist dan nooit hoe ik moest reageren, of zo. En ook de intonatie van bijvoorbeeld vragen is anders. Bijvoorbeeld: ‘Waar heb je dat neergelegd?’ Dat is zo anders dan in Nederland of in België. Daar is het eerder zo: waar heb je dat neergelegd? Of ja, ik kan het niet zo goed.

Het woordje ‘even’. Als je iemand iets vraagt en ze hebben nog even geen tijd. Dan is het zo: ‘even, hoor, even’. Dat is hun standaardantwoord, dat wordt heel vaak gezegd. ‘Even, hoor, even’. Of als iemand even langs je wil passeren, dan is het zo: ‘even’? Dan tikken ze op je schouder en gaan ze langs je. Dat zijn ook van die kleine dingetjes.

Características del neerlandés de Surinam

Anike es holandesa y está haciendo unas prácticas en Surinam. Dice que el neerlandés de Surinam tiene palabras propias y una propia entonación.

Una de las características llamativas es el uso de la palabra ‘toch’. Se usa muy a menudo cuando te dan una explicación, se puede comparar un poco con el holandés ‘hè’ [¿eh?]. Como en: entonces tienes que hacerlo ¿eh?. Aquí dirían: entonces tienes que hacerlo ¿‘toch’? Pero lo usan como una constatación no como una pregunta. Al principio, cuando la gente explica algo: ‘entonces tienes que apretar ese botón’. ‘Entonces tienes que apretar ese botón, ¿eh?’ Y yo pensaba, sí desde luego, entonces hay que apretar ese botón. Nunca sabía cómo tenía que reaccionar, y tal. Y también la entonación de por ejemplo las preguntas es distinta. Por ejemplo: ‘¿Dónde has puesto eso?’ Es tan distinto de en Holanda o en Bélgica. Allí lo dirían así:  ¿dónde has puesto eso? Bueno, no se me da tan bien.

La palabrita ‘even’ [‘un momentito’]. Si le preguntas algo a alguien y apenas tienen tiempo. Entonces te dicen: ‘un momentito, eh, un momentito’. Esa es la respuesta típica, se dice un montón. ‘Un momentito, eh, un momentito’. O si alguien quiere pasar delante de ti, entonces te dice: ¿un momentito? Entonces te dan un toquecito en la espalda y te adelantan. Son ese tipo de pequeños detalles.