Rapalje (1996 -)

Rapalje.1

Rapalje.2

Rapalje [= gemeen volk, gepeupel] is een Nederlandse band die Ierse, Schotse en Nederlandse folkmuziek speelt. Ook de zang bij de muziek is zowel Nederlands- als Engelstalig. De bandleden Dieb, William, Maceál en David spelen op muziekinstrumenten zoals viool, tinwhistle, low whistle, gitouki, trekmelodica, mondharmonica, bodhrán, theekistbas en doedelzak.
 

Gekleed in kilt speelt de groep op veel verschillende gelegenheden, zoals (folk)festivals, (theater)concerten, (middeleeuwse) feesten enzovoort. In de oorspronkelijke samenstelling bestond Rapalje uit Dieb, William en Maceál (Marcel). David Myles is er later bij gekomen; eerst als vaste gast en later als volwaardig bandlid.

Rapalje vierde in 2015 het 20-jarig jubileum van de band op de derde editie van hun eigen festival: het Rapalje Zomerfolk Festival in het Stadspark van Groningen.

Rapalje [= pueblo llano, plebe] es un grupo neerlandés que toca música folk irlandesa, escocesa y neerlandesa. También la canción que acompaña a la música está tanto en neerlandés como en inglés. Los miembros del grupo, Dieb, William, Maceál y David, tocan en instrumentos musicales como el violín, dos tipos de flauta irlandesa, el gitouki, un tipo de melódica, la harmónica, el bodhrán, un tipo de contrabajo rudimentario y la gaita.

Vestidos con kilt el grupo toca en muchas y diversas ocasiones, como festivales folk, conciertos (en teatros), fiestas (medievales) etc. En la composición original Rapalje se componía de Dieb, William y Maceál (Marcel). David Myles llegó después; primero como invitado habitual y luego como miembro de pleno derecho de la banda.

Rapalje celebró en 2015 el vigésimo aniversario de la banda en la tercera edición de su propio festival: el ‘Rapalje Zomerfolk Festival’ en el ‘Parque Municipal’ de Groninga.

Rapalje – Al die willen te kaap’ren varen

Al die willen te kaap'ren varen,
moeten mannen met baarden zijn
Jan, Pier, Tjoris en Corneel,
die hebben baarden, die hebben baarden
Jan, Pier, Tjoris en Corneel,
die hebben baarden zij varen mee

Al die ranzige tweebak lusten,
moeten mannen met baarden zijn
Jan, Pier, Tjoris en Corneel,
die hebben baarden, die hebben baarden
Jan, Pier, Tjoris en Corneel,
die hebben baarden zij varen mee

Al die deftige pijpkes smoren,
moeten mannen met baarden zijn
Jan, Pier, Tjoris en Corneel,
die hebben baarden, die hebben baarden
Jan, Pier, Tjoris en Corneel,
die hebben baarden zij varen mee

Al die de dood en de duivel niet duchten,
moeten mannen met baarden zijn
Jan, Pier, Tjoris en Corneel,
die hebben baarden, die hebben baarden
Jan, Pier, Tjoris en Corneel,
die hebben baarden zij varen mee

Al die willen de walvis kelen,
moeten mannen met baarden zijn
Jan, Pier, Tjoris en Corneel,
die hebben baarden, die hebben baarden
Jan, Pier, Tjoris en Corneel,
die hebben baarden zij varen mee

Al die willen te kaap'ren varen,
moeten mannen met baarden zijn
Jan, Pier, Tjoris en Corneel,
die hebben baarden, die hebben baarden
Jan, Pier, Tjoris en Corneel,
die hebben baarden zij varen mee

Meer informatie op https://nl.wikipedia.org/wiki/Al_die_willen_te_kaap%27ren_varen

Kaap'ren varen kan naast 1) ‘kaapvaren’ (= piraterij) ook iets anders betekenen 2) ‘langs de kliffen zeilen, de kust omzeilen’, en ook 3) betrekking hebben op het varen naar Kaap de Goede Hoop.

Rapalje – Todo el que quiera venir de pirata

Todo el que quiera venir de pirata,
una buena barba ha de tener
Jan, Pier, Tjoris y Corneel,
tienen barba, sí tienen barba
Jan, Pier, Tjoris y Corneel,
tienen barba, ¡al barco pues!

A quien le gusten los mendrugos rancios,
una buena barba ha de tener
Jan, Pier, Tjoris y Corneel,
tienen barba, sí tienen barba
Jan, Pier, Tjoris y Corneel,
tienen barba, ¡al barco pues!

Todo el que prenda buena pipa,
una buena barba ha de tener
Jan, Pier, Tjoris y Corneel,
tienen barba, sí tienen barba
Jan, Pier, Tjoris y Corneel,
tienen barba, ¡al barco pues!

Quien no tema muerte ni diablo,
una buena barba ha de tener
Jan, Pier, Tjoris y Corneel,
tienen barba, sí tienen barba
Jan, Pier, Tjoris y Corneel,
tienen barba, ¡al barco pues!

Todo el que quiera matar ballenas,
una buena barba ha de tener
Jan, Pier, Tjoris y Corneel,
tienen barba, sí tienen barba
Jan, Pier, Tjoris y Corneel,
tienen barba, ¡al barco pues!

Todo el que quiera venir de pirata,
una buena barba ha de tener
Jan, Pier, Tjoris y Corneel,
tienen barba, sí tienen barba
Jan, Pier, Tjoris y Corneel,
tienen barba, ¡al barco pues!

Más información en https://nl.wikipedia.org/wiki/Al_die_willen_te_kaap%27ren_varen

Kaap'ren varen (de 'Kaap' = 'Cabo') junto a 1) ‘piratear’, también puede significar 2) ‘navegar por los acantilados [cabos], siguiendo la costa’ (el 'cabotaje') y 3) navegar 'a los Cabos' (de Buena Esperanza y de Hornos).

Por tanto, el primer verso podría ser:
2) ‘Todo el que quiera entrar al cabotaje’ o
3) ‘Todo el que quiera navegar a los Cabos’

PD. Estas canciones de 'rudos marineros' hoy nos suenan un pelín bestias y machistas ¿no? [de walvis kelen = 'degollar' a la ballena]

Rapalje – Al Die Willen Te Kaap’ren Varen

Fungus – Kaap’ren Varen (versie van folkband ‘Fungus’)

Fungus is een Nederlandse popgroep uit de jaren 70 die een aantal hitjes had met gepopulariseerde volksliedjes. De voornaamste leden van de groep waren: Fred Piek (zang en gitaar), Kees Maat (toetsen en zang), Sido Martens (gitaar, mandoline en zang), Louis Debij (drums), Koos Pakvis (basgitaar), Rens van der Zalm (viool, gitaar, mandoline, doedelzak, zang), Bob Dekenga (accordeon, elektrische toetsen), Arie van der Graaf (elektrische gitaar).

De bakermat van Fungus lag in Vlaardingen (Zuid-Holland), waar diverse leden zich bezighielden met op volksmuziek geïnspireerde popmuziek. Door muziekpuristen werd de aanpak van Fungus, met elektrische versterking en scherpe gitaarsolo's, overigens verguisd. Volgens eigen zeggen, heeft Fungus echter nooit gepretendeerd volksmuziek te maken, maar zagen ze zichzelf vooral als een popband.

Fungus es un grupo pop neerlandés de los años 70, que tuvo algunos éxitos con canciones folk que se popularizaron. Los miembros más relevantes del grupo fueron: Fred Piek (voz y guitarra), Kees Maat (teclados y voz), Sido Martens (guitarra, mandolina y voz), Louis Debij (percusión), Koos Pakvis (bajo), Rens van der Zalm (violín, guitarra, mandolina, gaita, voz), Bob Dekenga (acordeón, teclado electrónico), Arie van der Graaf (guitarra eléctrica).

La cuna de Fungus era Vlaardingen (Holanda Meridional), donde diversos miembros estaban haciendo música pop inspirada en la música folk. Por otra parte, el planteamiento de Fungus fue vilipendiado por los puristas, por su amplificación eléctrica y los incisivos solos de guitarra. Sin embargo, según ellos, Fungus nunca pretendió hacer música folk, sino que se veían a sí mismos ante todo como un grupo de pop.