[NL-E] Poëzieweek – Gedichtendag (Semana de la poesía – día del poema)

Een visje (Elias, Jules, Parsa) Een visje (Elias, Jules, Parsa) Een visje in het watermaakt zich nooit zorgen om later. Hij zwemt rustig in het rondmet open mond. Jaren gaan voorbijniet alleen voor hem maar ook voor mij. De tijd staat nooit stilook niet als ik het wil. Un pececito (Elias, Jules, Parsa) Un pececito en el aguano se preocupa del mañana. Nada tranquilo por allícon la boca bien abierta. Los años pasanno solo para él sino también para mí. El tiempo nunca se parani aunque yo lo deseara. Zwemmen (Azra, Lies, Nora) Zwemmen (Azra, Lies, Nora) De ene vis zegt tegen de andere:‘Hé, zullen wij gaan zwemmen?Dáár heb ik zin in! De andere zei:Nee, ik moet nog oefenen: ‘plus en min’[…] en zei: alsjeblieft, ik zal je helpen!Oké, zei hij, ik moet een tekening makenvan kleine welpen. Ze zwemmen in een plas. O, wat zou het heerlijk zijn! Ja, kom!Wij gaan ook zwemmen. Niet verdrietig zijn! Nadar (Azra, Lies, Nora) Un pez le dice a otro:‘Hola, ¿vamos a  nadar?¡Eso es lo que me apetece! El otro le contestó:No, aún tengo que practicar: ‘sumar y restar’[…] y dijo: ¡venga, yo te puedo ayudar!Vale, dijo, tengo que dibujarcachorritos de león. Nadan en una charca.¡O, qué delicioso sería! Sí, venga!Nos vamos también a nadar. ¡Y nada de llorar! Daar zit ik (Emiel, Joshi, Mathijs, Arthur, Daan, Louis, Maurice) Daar zit ik (Emiel, Joshi, Mathijs, Arthur, Daan, Louis, Maurice) Daar zit ik nute wachten,te wachten,en te wachten. Niet met klachten maar met gedachten. Ik denk aan druppels en aan machten. Daar zit ik nu… te wachten.Misschien op onzichtbare waterkrachten. Daar zit ik nu… te wachten. Eso estoy (Emiel, Joshi, Mathijs, Arthur, Daan, Louis, Maurice) Eso estoy ahoraesperando,esperando,y esperando. No con quejas sino...