> Enlace al vídeo y ejercicioshttps://www.nedbox.be/teaser/studeren-de-buitenklas Als de oefeningen geblokkeerd worden, ga maar naar https://www.nedbox.be Si los ejercicios se quedan bloqueados, entrad desde https://www.nedbox.be [Transcriptie, vertaling en oefeningen: Almudena Molina Cobos] [Transcripción, traducción y ejercicios: Almudena Molina Cobos] Studeren in de buitenklasDe schooldag is begonnenin basisschool Emmaüs in Aalter.De speelplaats is leegen iedereen zit in zijn klaslokaal. Iedereen behalve... deze klas,want het zesde krijgt buiten les. Wat doen wij als het koud wordt?Het is een proefproject van juf[frouw] Heidi.Ze is hier pas sinds het begin van het schooljaar.Ze zet een klas buiten. Alle klassen van het eerste leerjaar tot het zesde leerjaar krijgen hier buiten les. Ze gaan proberen te testenof het effect heeft op de punten.En dat er misschien ook minder pestgedrag zou zijn. Het is anders in een klas,omdat je dan tussen die vier muren ziten in de natuurdoet dat [je] veel meer deugd. Door de buitenlucht voel jedat je meer aandacht hebt en beter kunt luisteren. Vandaag schijnt de zon, maar watals het regent of sneeuwt in de buitenklas? Soms zal ik het wel jammer vindenmaar dan breng ik wel een regenjas mee. Ik denk dat onze boeken nat gaan worden.Ja, maar het is wel leuk dat we dan eens in de regen mogen. Ik denk dat het wel leuk zal zijn met de sneeuw.Dan kunnen we misschien een keer een sneeuwballengevecht doen. Het is ook leuk voor de afwisseling.We gaan buiten en binnen.Het maakt wel een verschil. Ik zou liefst in de buitenklas zitten.En het is heel mooi ingericht, vind ik zelf. Estudiar en la clase al aire libreEl día escolar ha comenzadoen la escuela de primaria Emaús de Aalter.El patio está vacíoy todo el mundo está en sus aulas. Todos, excepto… esta clase,porque los...
> Audio van de tekst - Audio del texto http://neerlandesparatodos.com/wp-content/uploads/sites/14/2015/07/2-Een-dag-op-de-universiteit.mp3 Een dag op de universiteitDoor A. van Drecht, bewerkt door F. García de la Banda Wanneer ik op de universiteit aankom, zet ik eerst mijn fiets in het fietsenhok. Dan ga ik koffie drinken in de kantine. Daar zitten vaak medestudenten. Daarna gaan we naar de collegezaal. In Nederland beginnen de colleges meestal een kwartier later: dat heet ‘het academisch kwartiertje’. Maar veel studenten komen dan nóg te laat! Als ik het college interessant vind, maak ik veel aantekeningen. Zo kan ik het goed onthouden. ’s Ochtends zijn de spreekuren van de docenten. Als ik een probleem heb, ga ik daar naartoe. Vaak moet ik dan wachten tot ik aan de beurt ben. We hebben twee soorten colleges. De eerste is een ‘hoorcollege’, waar de studenten alleen luisteren. De tweede is een ‘werkcollege’, waar de studenten met elkaar samenwerken en discussiëren. Voor werkcolleges zitten we in een klein lokaal, dan kunnen we makkelijk met elkaar praten. We moeten altijd iets voorbereiden, bijvoorbeeld een presentatie, een oefening of een essay. Ik vind essays het moeilijkst, want het kost veel tijd [= omdat het veel tijd kost]. Tussen de middag lunchen we in de kantine. We praten dan over de colleges, de tentamens en de docenten. Maar ook over het studentenleven.Na een dag op de universiteit ben ik moe en wil ik graag naar huis. Als het laatste college geweest is, ben ik weg! Grammatica (plaats van de persoonsvorm)Let op de plaats van de persoonsvorm beneden ('inversie' in geel, 'postpositie' in groen, nevenschikkend voegwoord in rood, en bepaling vóór 'inversie' in vet oranje) Gramática (lugar del verbo conjugado) Fíjate en el lugar del verbo conjugado abajo ('inversión sujeto-verbo' en amarillo, 'posposición'...
> Audio van de tekst - Audio del texto http://neerlandesparatodos.com/wp-content/uploads/sites/14/2015/07/3-Een-dag-in-het-leven-van-een-Nederlandse-student.mp3 Een dag in het leven van een Nederlandse studentDoor A. van Drecht, bewerkt door F. García de la Banda Ik woon in een studentenhuis. We zijn daar met z’n vieren: twee jongens en twee meisjes. De kamers zijn heel klein. We hebben ook een woonkamer. Daar kijken we televisie en eten we ‘s avonds samen. We koken om de beurt. Ik word laat wakker, als ik geen college/les heb. Ik hou van uitslapen. Dan loop ik naar de keuken. Daar maak ik koffie en het ontbijt. Na het ontbijt ga ik naar de universiteit. Ik ga vaak naar de bibliotheek. Daar kan ik goed studeren (thuis is teveel afleiding). Ik moet natuurlijk ook naar colleges. ‘s Middags lunch ik in de kantine. Daar is het altijd gezellig. Ik zie mijn vrienden vaak. Soms ‘s middags, en soms ‘s avonds. We drinken vaak koffie in een café. Dan praten we veel, over onze levens. Er zijn altijd nieuwe verhalen! ‘s Avonds drinken we een biertje of een wijntje. Soms gaan we naar de film. Maar ik heb ook nog hobby‘s. Één keer per week heb ik dansles. Dat is op dinsdagavond. Dat vind ik altijd leuk. Ik ontmoet er leuke mensen. Na de les gaan we vaak wat (= iets) drinken. Als ik moe ben, lees ik graag. Zo lang mogelijk! Ik ga graag naar de sauna. Soms ben ik gestrest. Dan wil ik me ontspannen. In de sauna voel ik me rustig. Ik denk dan niet aan studeren! Na al deze dingen ga ik vaak laat naar bed. En dan begint het opnieuw! Woordenschathet studentenhuisOp ‘kamers’ wonen [NL] = Op ‘kot’ wonen [VL]Met z’n (= zijn) vierende woonkamer (=...